Zelfdeterminatietheorie: autonomie, verbondenheid, competentie

Misschien wel mijn favoriete theorie in de (positieve) psychologie: de zelfdeterminatietheorie. Deze theorie geeft een heldere visie op motivatie en wat wij mensen nodig hebben om te floreren. Het is een grote, samengestelde theorie met ruim veertig jaar aan onderzoek als basis. Ik beschrijf deze theorie van grondleggers Edward Deci en Richard Ryan in een notendop.

Psychologische basisbehoeftes

Wij mensen zijn geëvolueerd om te floreren, om te ontwikkelen en om met allerlei uitdagingen om te gaan. Dat betekent echter niet dat dat vanzelf komt – onze omgeving speelt een belangrijke rol. We hebben sociale voedingsstoffen nodig: de drie psychologische basisbehoeftes. We hebben behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie. Deze behoeftes blijken universeel.

  • Autonomie gaat om de behoefte om eigen keuzes te kunnen maken, niet gestuurd, gedwongen of gecontroleerd te worden in je gedrag.
  • Verbondenheid draait om ons verlangen naar relaties en om je gewaardeerd te voelen door anderen.
  • Competentie ervaren betekent dat je het gevoel hebt dat je het gevoel hebt dat je de taken en uitdagingen die op je pad komen aankunt.

De omgeving speelt een belangrijke rol in deze basisbehoeftes. Het kan ze stimuleren of juist belemmeren. Denk maar aan een baas die allerlei dwingende eisen stelt aan je administratie of juist ruimte biedt om je werk zelf in te richten (autonomie). Of een team waarin iedereen langs elkaar heen werkt of juist regelmatig bijpraat en waardering uitspreekt (verbondenheid). De omgeving kan ook zorgen voor enorm ingewikkeld, complex of onvoorspelbaar werk op je bord, of juist goede begeleiding bieden zodat je je werk aan kunt (competentie).

Van behoeftes naar intrinsieke motivatie

Een ander onderdeel van de zelfdeterminatietheorie gaat om motivatie. Waarschijnlijk kheb je gehoord van extrinsieke motivatie (straffen en belonen stuurt je gedrag) en intrinsieke motivatie (je doet iets omdat je het leuk vindt). Er zijn echter nog tussenliggende gradaties van motivatie – van heel extrinsiek naar steeds iets meer intrinsiek, ook wel autonoom genoemd. Dat zie je in de afbeelding hieronder, uit mijn boek Autonomie Verbondenheid Competentie Purpose (Boom, 2022)).

Het interessante is, hoe meer iemand de psychologische basisbehoeftes ervaart, hoe meer autonoom de motivatie (meer intrinsiek dus). Dat betekent dat je dingen doet die je leuker vindt en/of die meer bij je passen. Dat zorgt ervoor dat je motivatie sterker en duurzamer is. Je doet iets niet alleen omdat iemand streng op je let, maar omdat je het zelf wilt. En dat betekent dat je het ook doet als niemand kijkt.

Wil je meer lezen over de zelfdeterminatietheorie en hoe je die kunt benutten als leidinggevende of enthousiast teamlid? In mijn boek vind je een flinke verdieping én allerlei praktische manieren om dat in het dagelijks werk toe te passen.

Autonomie verbondenheid competentie purpose